Huis en Hypotheekwijzer

Huis en Hypotheekwijzer
HuisenHypotheekwijzer.blogspot.com

zaterdag 16 april 2011

Maken van een begroting


























 

 * Hieronder vallen de heffingskortingen die u zelf moet aanvragen bij de belastingdienst en eventuele andere belastingvoordelen, bijvoorbeeld in verband met buitengewone uitgaven en kinderopvang. De hypotheekrente-aftrek wordt hier niet meegeteld; deze wordt in dit schema direct verrekend met de hypotheeklasten.

** De netto hypotheeklasten zijn de hypotheeklasten waarin het belastingvoordeel al is verwerkt. Zie hoofdstuk 3 van deze brochure.



Hoe gebruikt u het schema?


In het bovenstaande rekenschema staan verschillende inkomsten- en uitgavenposten. Het is nietgezegd dat u al deze inkomsten- en uitgavenposten ook heeft, maar u kunt deze opsomming wel gebruiken als geheugensteuntje bij het maken van uw eigen lijst.

Met het schema kunt u een vergelijking maken tussen de uitgaven die u nu heeft en de uitgaven in de nieuwe situatie. Verhuizen naar een andere woning heeft immers meestal veranderingen in de uitgaven tot gevolg. Een aantal uitgaven zal ongeveer gelijk blijven. Zo gaat u niet opeens meer boodschappen doen of meer kleding aanschaffen omdat u gaat verhuizen. Een aantal andere uitgaven kan wel veranderen door de verhuizing. Om een groter huis te verwarmen, is meer energie nodig en dus is de energierekening hoger. Maar wie dichterbij zijn werk gaat wonen, heeft daarentegen weer lagere uitgaven aan woonwerkverkeer.

Wanneer u verhuist naar een andere gemeente, veranderen ook de gemeentelijke heffingen. De tarieven hiervoor verschillen immers per gemeente. Meer informatie hierover kunt u krijgen bij de gemeente. In het schema kunt u de uitgaven noteren waarvan u verwacht dat ze veranderen door de verhuizing. Op die manier krijgt u een overzicht van de verschillen tussen de huidige en de toekomstige situatie.

Van een huurwoning naar een koopwoning


Wanneer u verhuist van een huurwoning naar een koopwoning, krijgt u te maken met een aantal extra uitgaven die u als huurder niet hebt. Denk hierbij aan bepaalde extra verzekeringen, het onderhoud van de woning en een aantal extra belastingen. Hieronder volgt een korte beschrijving van deze uitgaven.

Verzekeringen

Voor een koopwoning heeft u in ieder geval een opstalverzekering nodig. Deze verzekering dekt de risico's van brand en andere schade aan het huis. De hoogte van de verzekeringspremie is afhankelijk van de herbouwwaarde van de woning. Dit zijn de kosten die gemaakt moeten worden om de woning in de oorspronkelijke staat te brengen.
Een andere verzekering die huizenbezitters bijna altijd afsluiten, is de overlijdensrisicoverzekering. Stel dat u of uw partner zou komen te overlijden voordat de hypotheek is afgelost. Door de uitkering van de overlijdensrisicoverzekering wordt het huis (gedeeltelijk) afbetaald en kan de langstlevende partner in ieder geval in het huis blijven wonen. Bij bepaalde hypotheekvormen is het overlijdensrisico automatisch gedekt. Wel moet
u dan nog beslissen of u de verzekering afsluit op één of op beide partners. Van belang bij deze afweging is wie voor (het grootste gedeelte van) het gezinsinkomen zorgt.

Onderhoud huis en tuin

Als huurder bent u gewend dat de verhuurder de meeste onderhoudskosten voor de woning betaalt. Verhuist u naar een koopwoning, dan komen deze kosten voor uw eigen rekening. Het bedrag dat u hiervoor moet reserveren, varieert nogal. De kosten zijn onder andere afhankelijk van het type woning, het bouwjaar, etc. U moet rekenen op een bedrag dat ligt tussen de € 80,- en € 250,- per maand. Een andere richtlijn voor de jaarlijkse onderhoudskosten van uw woning is uit te gaan van 1% van de waarde van de woning. Wanneer u een appartement heeft, betaalt u via de servicekosten aan de Vereniging van eigenaren een bijdrage voor onderhoud.

Eigenwoningforfait

Het eigenwoningforfait is geen directe uitgave, maar een bedrag waarover u belasting moet betalen. De Belastingdienst gaat ervan uit dat u een bepaald woongenot heeft van uw eigen woning. Dit woongenot wordt uitgedrukt in een bepaald bedrag, namelijk: het bedrag dat uw woning aan huur zou opbrengen na aftrek van onderhoudskosten en afschrijving. De hoogte van het eigenwoningforfait is afhankelijk van de WOZ-waarde van de woning (wet
Waardering Onroerende Zaken). Deze waarde wordt vastgesteld door de gemeente; in de meeste gemeenten eens per vier jaar. Vanaf 2005 geldt de nieuwe WOZ-waarde die in 2004 is vastgesteld. Van de WOZ-waarde neemt u een bepaald percentage, dat u als eigenwoningforfait optelt bij uw belastbaar inkomen. Stel dat de WOZ-waarde van de woning € 200.000,- bedraagt. In onderstaande tabel kunt u zien dat u 0,60% van € 200.000,- is € 1.200,- als eigenwoningforfait moet optellen bij het belastbaar inkomen.













Heffingen aan de gemeente en aan het waterschap

Eén van de heffingen die u jaarlijks aan de gemeente betaalt, is de onroerende zaakbelasting (OZB). De OZB bestaat uit twee gedeelten: een eigenarendeel en een gebruikersdeel. Huurders betalen alleen het gebruikersdeel. Voor een eigen woning betaalt u zowel het eigenarendeel als het gebruikersdeel. De tarieven verschillen per gemeente en worden vastgesteld per € 2.268,- van de WOZ-waarde van de woning. Voor het eigenarendeel is het tarief gemiddeld € 8,30 per € 2.268,- van de WOZ-waarde. Ook waterschappen kennen aparte heffingen voor bewoners van een koopwoning.

1 opmerking:

  1. Bedankt voor deze duidelijke schema's, altijd lastig om alles in de begroting mee te nemen.

    BeantwoordenVerwijderen